-
1 mob
n. massa; gepeupel; bende--------v. samenscholen; samen aanvallenmob1[ mob] 〈 zelfstandig naamwoord〉2 menigte3 bende♦voorbeelden:————————mob2〈 mobbed〉II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
2 gang up
zich verenigen (tot een bende)gang up1 een bende/groep vormen ⇒ (samen)klieken, zich verenigen♦voorbeelden:gang up with • zich aansluiten bij, samenspannen met
Перевод: со всех языков на нидерландский
с нидерландского на все языки- С нидерландского на:
- Все языки
- Со всех языков на:
- Нидерландский